Wat u moet weten over waterinsecten

Er zijn ongeveer veertigduizend soorten bedwantsen. Mensen komen ze overal tegen: op het platteland, in de stad en, helaas, zelfs thuis. Sommige bedwantsen leven in gras, andere graven zich in de grond en weer andere geven de voorkeur aan water. Welke soorten bedwantsen in het water zijn er en zijn ze gevaarlijk voor mensen?

Soorten waterinsecten

Waterinsecten leven meestal in stilstaand of langzaam stromend water. Ze komen in meer of mindere mate voor in alle bestaande klimaatzones. De natuur heeft ze gecreëerd om de populatie van kleinere insecten te reguleren. Ze zijn een prooi voor vissen en vogels.

Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende typen:

• waterschaatsenrijders;
• smoothies;
• roeiers;
• waterschorpioenen;
• belostoma.

Over het algemeen wordt deze insectensoort als ongevaarlijk voor mensen beschouwd. Ze kunnen echter wel bijten als ze worden verstoord. Laten we deze insecten eens nader bekijken om hun potentiële vijanden te begrijpen.

Waterschaatsenrijders - glijden over het water

Schaatsenrijders zijn kleine (tot een centimeter) langwerpige insecten. Ze leven in meren, rivieren en zelfs plassen. Deze insecten verdrinken niet. Ze bewegen zich voort door over het wateroppervlak te glijden, en sommige kunnen vliegen. Ze springen ook over planten. Schaatsenrijders hebben drie paar poten: het voorste paar wordt gebruikt om voedsel te vangen en hun snelheid te regelen. Het middelste paar wordt gebruikt om te lopen. De achterpoten helpen bij het bepalen van richting en bochten, en worden ook gebruikt om te springen.

Schaatsenrijders hebben een goed zicht en geven informatie door middel van trillingen van het wateroppervlak.

Ze voeden zich met larven en kleine ongewervelden. Grote exemplaren leggen de hele zomer door eitjes op plantenbladeren. Ze rangschikken de eitjes met behulp van een slijmerige substantie in één rij. Het legsel lijkt soms op een snoer, met wel 50 eieren. Bij koud weer kruipen ze onder schors, stronken en mos.

Gladde insecten - tjilpende insecten

Gladde insecten zijn kleine insecten, tot anderhalve centimeter lang. Hun lichaam lijkt op een boot. Door hun kleur zijn ze onzichtbaar voor vissen. Ze leven het liefst in stilstaand water en bewegen zich met hun achterlijf omhoog om gemakkelijker prooien te vangen. Gladde insecten, net als schaatsenrijders, hebben drie paar poten. De achterpoten helpen hen snel obstakels te overwinnen. Ze kunnen vliegend op zoek naar voedsel. Vogels missen dit insect vaak omdat het vanaf vlieghoogte op een plant lijkt. Gladde insecten voeden zich met andere insecten en zelfs jonge vissen: ze spuiten spijsverteringssappen in hun prooi en zuigen vervolgens de inhoud eruit. Ze kunnen niet lang in het water blijven; ze hebben lucht nodig. En juist op dat moment kunnen ze gegeten worden. Ze leggen eitjes in plantenweefsel. Om aan gevaar te ontsnappen, kunnen ze naar dieptes duiken en daar ongeveer 7 tot 8 minuten blijven. In de winter leven ze onder de schors, in het bosstrooisel.

Greblyaki zijn het hele jaar door actief

Rivierforellen zijn kleine tot middelgrote insecten (van zeven millimeter tot twee centimeter) die in ondiepe wateren en met riet begroeide vijvers leven. Ze leven in scholen. Ze jagen op ongewervelden en larven; sommige soorten zijn planteneters. Ze kunnen vliegen.

Roei-vissen zijn actief in de winter en worden daarom vaak gevangen als er in ijsgaten wordt gevist.

Waterschorpioenen - staartademend

Waterschorpioenen zijn middelgrote insecten (2,5 tot 4,5 centimeter) die het liefst in stilstaand water en vijvers met veel wier leven, omdat ze slecht kunnen zwemmen en zich langzaam voortbewegen. Hun grijppoten aan de voorkant en verlengde adembuis aan de achterkant doen deze insecten op schorpioenen lijken, en door hun bewegingsvrijheid worden ze vaak aangezien voor gevallen bladeren. Ze kunnen tot wel 30 minuten onder water blijven. Zodra ze een prooi zien, springen ze er met een snelle sprong op af, grijpen de prooi met hun voorste "scharen" en zuigen de ingewanden eruit. De beet van een waterschorpioen is pijnlijk. In het voorjaar leggen ze grote eieren met doornachtige ademhalingsbuizen in planten en ander organisch materiaal. Ze overwinteren in herfstbladeren, mos, onder schors, enzovoort.

Belostoma's zijn gigantische insecten.

Belostoma's worden tot zeventien centimeter groot. Hun voorpoten lijken op schorpioenklauwen. Ze komen voor in de tropen en in gematigde klimaten. Ze kunnen jagen op vissen, kikkers, slangen en zelfs schildpadden.

Het speeksel van de Belostoma bevat een giftige substantie die het slachtoffer verlamt.

Als ze gevaar voelen, doen ze alsof ze dood zijn en verspreiden ze een onaangename geur. In Azië zijn belostoma's een delicatesse. Ze smaken als gefrituurde garnalen.

Fotogalerij: Hoe waterinsecten eruit zien

Zijn beten gevaarlijk?

Als je tijdens het zwemmen per ongeluk langs een bedwants strijkt, kan deze dit als een bedreiging ervaren en gebeten worden. Schaatsenrijders, gladde schaatsenrijders en waterschaatsenrijders met schubben komen veel voor in Rusland, en alleen een beet van een gladde schaatsenrijder kan ongemak veroorzaken.

Wanneer een insect bijt, injecteert het proteïne, waardoor de wond langzaam geneest.

Het getroffen gebied zal opzwellen, rood worden en jeuken. Om de genezing te versnellen, kun je het behandelen met briljantgroen. Verschillende muggenbetenzalven kunnen de jeuk verlichten. Het gif veroorzaakt alleen maar pijn, maar is in feite niet schadelijk voor de mens. Beten van waterwantsen brengen ook geen infecties over.

Het leven van een schaatsenrijder – video

Waterwantsen zijn insecten die weinig gevaar opleveren voor de mens. Een beet van een waterwants is onwaarschijnlijk, ongevaarlijk en veroorzaakt slechts licht ongemak.