5 populaire mythes over kleine honden

Kleine of "pocket"-hondjes zijn een veelvoorkomend huisdier. Hoewel sommige mensen ze schattig en verrukkelijk vinden, zijn anderen huiverig vanwege wijdverbreide mythes over deze dieren. Veel van deze mythes zijn ongegrond en misleidend. Laten we ze eens bekijken.

Alle kleine honden blaffen veel.

Het is een veelvoorkomende misvatting dat kleine honden luider en vaker blaffen dan grotere. Sterker nog, niet alle kleine rassen blaffen. Dit is niet typisch voor de Italiaanse windhond, de King Charles Spaniël en sommige andere rassen. Er zijn kleine honden die helemaal niet blaffen, waaronder de Bostonterriër en de Shiba Inu.

Ervaren hondenbegeleiders beweren dat luid en frequent geblaf vaak wordt uitgelokt door onjuiste behandeling. Honden leren dat simpelweg blaffen voldoende is om de aandacht van hun baasje te trekken en een beloning te verdienen. Ze grijpen naar deze truc en leiden hun baasje af. Als het baasje zich misdraagt, zijn stem verheft en het huisdier begint uit te schelden, zal dit de situatie alleen maar verergeren. Hondenbegeleiders raden aan om in dergelijke gevallen rustig het commando "nee" te geven.

Een hond blaft als signaal naar zijn baasje wanneer er iets is dat hem dwarszit. Het is belangrijk om de redenen te herkennen waarom een ​​dier deze methode gebruikt om de aandacht te trekken. Het is belangrijk om de gewoonte van blaffen zonder reden te doorbreken. Anders wordt je huisdier luidruchtig wanneer hij aandacht wil.

Luid en frequent geblaf is een probleem waar zowel kleine als grote hondenbezitters mee te maken krijgen. De oorzaak ligt niet bij de grootte van het dier, maar bij een gebrek aan training.

Kleine honden hebben minder verzorging nodig dan grote honden.

Een veelgehoorde mythe is dat kleine honden minder verzorging nodig hebben dan grote. Dit blijkt in de praktijk niet waar te zijn. Ervaren hondenbezitters beweren dat het houden van kleine rassen thuis erg moeilijk en tijdrovend kan zijn.

Een klein huisdier heeft minder voer nodig en is gemakkelijker te vervoeren en te wassen. Er zijn geen andere voordelen verbonden aan het hebben van een kleine hond. Kleine rassen zijn moeilijker te trainen. Ze zijn moeilijker te trainen dan grotere honden.

Kleine dieren zoals de Bichon Frisé hebben moeite om zichzelf te trainen om buiten hun behoefte te doen. Ze bezorgen hun baasjes veel overlast door hun behoefte te doen op tapijt of hardhouten vloeren.

Een kleine hond heeft vaak veel aandacht nodig. De eigenaar van een Yorkshire Terrier moet bereid zijn veel tijd aan zijn huisdier te besteden.

Miniatuurhonden zijn gevoelig voor gebitsproblemen. Speciale aandacht voor mondverzorging is vereist.

Hondenexperts zeggen dat de eigenaar van een kleine hond moet zorgen voor een actieve socialisatie, anders zal het huisdier niet zo lief en charmant zijn.

Kleine honden vinden het heerlijk om in de armen van hun baasje te zijn.

Er is een populaire mythe dat kleine honden altijd gedragen moeten worden. Het is een wijdverbreide overtuiging dat miniatuurhondjes er dol op zijn. In werkelijkheid zijn veel kleine rassen onafhankelijk, actief en houden ze er niet van om aangeraakt te worden.

Viervoeters genieten van interactie en spelen met hun baasjes. Het is echter belangrijk om je huisdier de nodige beweging te geven om gezond te blijven. Constant vastgehouden worden kan honden vatbaar maken voor angst en agressie. Hondenfokkers benadrukken dat het geen goed idee is om ze hieraan te laten wennen. In plaats daarvan zouden ze de kans moeten krijgen om meer te bewegen.

Kleine honden hebben geen training of gehoorzaamheid nodig.

Er bestaat een veelvoorkomende misvatting dat kleine honden geen training nodig hebben omdat ze volkomen ongevaarlijk zijn. Hondentrainers vinden dat honden, ongeacht hun grootte, getraind moeten worden en commando's moeten leren.

Zonder de juiste training loopt een kleine hond het risico om te verdwalen of gewond te raken in een gevecht met een andere hond. Een slecht getrainde hond zal zijn baasjes lastigvallen met frequent, ongeprovoceerd geblaf en agressief worden naar gezinsleden en anderen.

Zowel kleine als grote honden moeten al op jonge leeftijd getraind worden. Training is essentieel gedurende het hele leven van het huisdier. Het stelt het in staat om:

  • wees gehoorzaam;
  • opdrachten uitvoeren;
  • zich gedragen binnen de grenzen van het toegestane;
  • geen problemen veroorzaken voor de eigenaren thuis en tijdens wandelingen.

Een goed opgevoede hond vormt geen gevaar voor mensen en verstoort de rust van anderen niet. Miniatuurhonden die van een actieve levensstijl houden, hebben dagelijkse beweging nodig. Ze zijn trainbaar, onthouden commando's en gehoorzamen ze.

Kleine honden zijn niet geschikt voor mannen.

De kleine omvang van een hond betekent niet dat alleen vrouwen zo'n huisdier kunnen hebben. Kleine rassen worden niet als vrouwelijk beschouwd – dat is een achterhaald stereotype. Sommige dwerghonden hebben beweging nodig; ze kunnen wedstrijden spelen en hun vaardigheden en talenten demonstreren. Daarom kunnen mannen zo'n kleine hond adopteren. Mannen die kleine honden houden, hebben allang ontdekt dat het actieve en energieke wezens zijn. Ze doen nauwelijks onder voor hun grotere soortgenoten.

Kleine honden verschillen alleen qua uiterlijk van hun grotere verwanten. In wezen zijn het dappere, loyale en liefdevolle metgezellen. Ongeacht hun grootte heeft een huisdier verzorging en genegenheid nodig. Het is aan de eigenaar om te bepalen hoe zijn huisdier opgroeit: actief of lui, gehoorzaam of eigenzinnig, kalm of luidruchtig. Al het andere is slechts fabeltje.