Iedereen heeft waarschijnlijk wel eens van de Pajero SUV gehoord. Het blijkt dat hij vernoemd is naar een kleine wilde kat: Leopardus pajeros, ook wel bekend als de pampakat of graskat. Biologen zijn het er echter nog steeds niet over eens: sommige bronnen zeggen dat het een ondersoort is van de pampakat (Leopardus colocolo), terwijl anderen zeggen dat het een aparte soort is. Er is heel weinig bekend over dit dier – het leidt een zeer geheimzinnige levensstijl en is volstrekt onwillig om met mensen om te gaan.
De pampakat, of graskat, is een klein dier, niet groter dan een huiskat. Hij leeft in Zuid-Amerika, voornamelijk in de pampa's – dichtbegroeide, boomloze steppen.
Daarom is de tweede naam van deze kat graskat.
Maar je kunt hem ook vinden in vochtige mangrovebossen, tussen doornige struiken en in bergachtige gebieden op hoogtes tot wel 5000 m.
In totaal zijn er 7 ondersoorten van deze kat, die verschillen in kleur en gedragskenmerken.
Dit is geen erg groot dier. Hij weegt tot 7 kg en is 35 cm hoog. Zijn lichaamslengte kan oplopen tot 80 cm en zijn staart is vrij kort – ongeveer 30 cm.
De kleur varieert van zwart, bruin en rood tot zilver. De vacht is dik en dicht, tot 7 cm lang. Het patroon kan, afhankelijk van de soort, uitgesproken of vrijwel onzichtbaar zijn.
De ogen zijn erg groot, met ovale pupillen, zodat ze in het donker goed kunnen zien.
Deze katten zijn voornamelijk nachtdieren, maar kunnen indien nodig ook overdag jagen. Ze leven en foerageren solitair en beheersen een territorium tot wel 50 vierkante kilometer.
Ze paren alleen tijdens het paarseizoen, waarna het vrouwtje de jongen alleen grootbrengt. Een nest bestaat meestal uit één tot drie kittens.
Ondanks hun korte poten, grote koppen en schijnbare onhandigheid zijn pampakatten uitstekende jagers. Ze liggen lang op de loer, besluipen hun prooi en slaan dan razendsnel toe.
Bij een ontmoeting met een mens reageert een kat met spinnen, sissen en een overeind staande vacht. Als de waarschuwing wordt genegeerd, valt de kat onverschrokken aan, ongeacht zijn kracht of grootte. Vrouwtjes zijn bijzonder onbaatzuchtig bij het beschermen van hun welpen.
Hun voornaamste voedsel bestaat uit kleine knaagdieren, maar deze roofdieren eten ook vogels, eieren, hagedissen en zelfs insecten.
Het is niet precies bekend hoe oud ze in het wild worden, maar in gevangenschap worden ze ongeveer 16 jaar oud.
In de vorige eeuw werd er actief op deze kattensoort gejaagd vanwege zijn waardevolle vacht, en werden de pelzen massaal van het continent geëxporteerd. Pas in 1987 werd een wet aangenomen die de handel in pampakattenbont strikt aan banden legde.
In Argentinië, Chili en Paraguay is deze soort nationaal beschermd en is de jacht verboden. Toenemende menselijke activiteit verdringt de katten uit hun natuurlijke leefgebieden.
Pampaskatten hebben een teruggetrokken karakter en worden daarom zelden in dierentuinen of gevangenschap gehouden. In gevangenschap zijn ze vaak extreem nerveus en agressief, en fokken is zeer zeldzaam. Zelfs onder de beste omstandigheden in gevangenschap is het onmogelijk om een pampaskitten groot te brengen tot een aanhankelijke kat.

















