Vaccinaties zijn essentieel voor zowel binnen- als buitenkatten. Zelfs als een huisdier niet in contact komt met andere dieren, kan een eigenaar toch een infectie of virus oplopen via kleding of schoenen. Vaccinaties voorkomen gevaarlijke ziekten en redden het leven van uw kat.
Welke vaccinaties heeft een kat nodig?
De kat heeft vaccinaties nodig tegen verschillende gevaarlijke ziektes:
- Leukemie. Deze ziekte treft vooral jonge katten en kittens. Het veroorzaakt vernietiging van het beenmerg.
- Calicivirus. Deze infectieziekte heeft een sterftecijfer van meer dan 80%.
- Panleukopenie (hondenziekte). De ziekte is moeilijk te behandelen en leidt in 95% van de gevallen tot een snelle dood.
- Rhinotracheïtis.
- Chlamydia. Deze ziekte tast de luchtwegen, het urogenitale stelsel, het zenuwstelsel en het gezichtsvermogen aan. Ze is moeilijk te behandelen en gevaarlijk voor mensen.
- Hondsdolheid. Een dodelijke ziekte zonder genezing.
- Korstmos.
Vaccinaties tegen hondsdolheid, calicivirus, rhinotracheïtis en panleukopenie zijn verplicht. Dieren mogen niet naar het buitenland worden vervoerd zonder deze vaccinaties. Een dierenarts selecteert voor elk dier het juiste vaccin. Vaccinaties worden volgens een schema toegediend.
| Naam van de ziekte | Eerste vaccinatie | Hervaccinatie |
| Hondsdolheid | 3 maanden | — |
| Calicivirus | 8 weken | 12 weken |
| Panleukopenie | 8 weken | 12 weken |
| Rhinotracheïtis | 8 weken | 12 weken |
| Leukemie | 8 weken | 12 weken |
| Chlamydia | 12 weken | 16 weken |
| Korstmos | 8 weken | 10 weken |
Hervaccinatie tegen alle ziekten vindt jaarlijks plaats. Moderne combinatievaccins worden in de diergeneeskunde gebruikt. Eén injectie biedt bescherming tegen meerdere ziekten.
Hoe bereid je je kat voor op vaccinatie?
Het dier moet gezond zijn vóór de vaccinatie. De vaccinatie heeft een averechts effect op een verzwakt lichaam, waardoor de kat ziek kan worden of zelfs kan overlijden. Vóór de vaccinatie is het noodzakelijk om het dier te behandelen tegen inwendige en uitwendige parasieten. Om vlooien te bestrijden, kunt u druppels op de schoft aanbrengen, bij voorkeur zonder fipronil. Deze stof is giftig en kan vergiftiging veroorzaken bij inname.
Ontwormen wordt aanbevolen na een ontlastingsonderzoek. Preventieve ontwormingsmiddelen mogen niet preventief worden gegeven, omdat ze een negatief effect hebben op het lichaam. Op basis van de diagnostische resultaten zal de dierenarts een effectieve ontwormingskuur selecteren, afhankelijk van het type parasiet. Bloedonderzoek wordt uitgevoerd om chronische en infectieuze ziekten uit te sluiten. Het is raadzaam om de kat twee weken vóór de vaccinatie uit de buurt van andere dieren te houden.
In welke gevallen is vaccinatie gecontra-indiceerd?
Vaccinatie is gecontra-indiceerd in de volgende gevallen:
- Leeftijd tot twee maanden, aangezien kittens nog geen immuniteit en lymfestelsel hebben ontwikkeld.
- Binnen twee weken na contact met een besmet dier. Na deze periode kan uw huisdier gevaccineerd worden als er geen ziekteverschijnselen optreden.
- Tekenen van een verkoudheid (loopneus, tranende ogen).
- Schilferige huid wijst op de aanwezigheid van een microsporum-schimmel. Deze schimmel verzwakt het immuunsysteem van het dier.
- Dracht en voeding van kittens.
- Een maand na de operatie.
Met een goede voorbereiding en het volgen van de aanbevelingen hebben vaccinaties geen bijwerkingen. Vaccinatie voorkomt ziekte en redt het leven van uw kat.



